De definitie van hechting: “het intieme, fysieke en emotionele contact tussen ouder en kind in de periode direct na de geboorte. Kinderen die zich hechten aan een bepaald persoon voelen zich prettig als ze bij die persoon zijn en worden op momenten van stress en onrust gerustgesteld door hun aanwezigheid.”
"Een innerlijk weten, dat je op jezelf kunt vertrouwen en keuzes mag maken. Ongeacht wat een ander hiervan vindt."
Hoewel het kind zich al vanaf de geboorte richt tot de zorgende figuren rondom hem, kunnen we pas van een gehechtheidsrelatie spreken zo rond de 7 a 8 maanden. Vanaf dan richt het kind zich immers actief en uitgesproken op het hebben of houden van contact met de gehechtheidsfiguur.
Hechtingsgedrag is aangeboren. De bereidheid om de ander te vertrouwen, een hechtingservaring gaat een levenlang mee. De gehechtheidsrelatie komt het duidelijkst tot uiting op 2 cruciale momenten: wanneer het kind gescheiden wordt van zijn gehechtheidsfiguur, of wanneer het kind in nood is of onder stress staat. De aard van hechting in onze babytijd is bepalend voor de manier waarop we de rest van ons leven met anderen omgaan en reageren in momenten van scheiding en verhoogde stress.
Annet:
“In een workshop over hechting werd ik in een oefening bijzonder geraakt. Het voelen dat er een veilige haven was voor mij en daarbij ook het gemis voelen om wat er niet was vroeger.”
“In een andere oefening die ging over het reguleren in contact met anderen kwam ik mijn vermijding in contact maken tegen. Het wegkijken als de ander mij aankeek, gezien worden door de ogen van de ander maakt dat ik soms schrik, bang word of weg wil vluchten, letterlijk weglopen of figuurlijk, naar mijn hoofd vlucht.”
Hechtingspatronen
1. Veilige hechting
Een hechtingsstijl waarbij kinderen hun moeder als een soort thuisbasis gebruiken en zich op hun gemak voelen als ze aanwezig is. Als ze weggaat, raken ze van streek en zodra ze terugkomt, gaan ze naar haar toe. Er is sprake van een basis vertrouwen, altijd op zichzelf terug kunnen vallen. Een vertrouwen in de ander, de bereidheid om er vanuit te gaan dat de ander het beste met je voor heeft.
Mensen die veilig gehecht zijn, kunnen zich laten raken, zichzelf reguleren, aanwezig zijn in verbinding. Ze hebben een goed gevoel over zichzelf en zijn respectvol naar de ander. Ze zijn helder over hun behoeften en gaan moeilijkheden in relaties aan. Kinderen die veilig gehecht zijn, zijn later meestal sociaal en emotioneel vaardiger en anderen hebben een positiever beeld van hen.
Onveilige hechting kunnen we in verschillende stijlen onderverdelen
2. Angstig vermijdend hechtingspatroon, bindingsangst:
Een hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid van hun verzorger (meestal moeder) opzoeken. Als ze terugkomt nadat ze de kamer tijdelijk verlaten heeft, lijken ze haar te vermijden, alsof ze boos zijn vanwege haar gedrag.
3. Angstig ambivalent hechtingspatroon, verlatingsangst:
Een hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie van positieve en negatieve reacties op hun moeder (verzorger) vertonen. Als ze weggaat, raken ze zeer gestrest. Als ze terugkomt, vertonen ze ambivalente reacties: ze proberen nabijheid te zoeken, maar gaan ook slaan en schoppen.
4. Gedesorganiseerd en gedesoriënteerd hechtingspatroon:
Een hechtingsstijl waarbij kinderen inconsistent en vaak tegenstrijdig gedrag vertonen. Deze ontstaat als de gehechtheidsfiguur niet alleen wordt ervaren als een veilige toevlucht, maar tegelijkertijd als een bron van gevaar. Desorganisatie wordt aangetroffen bij kinderen met ouders wier woede of mishandelende gedrag duidelijke beangstigend zijn, maar ook van interacties waarbij het kind de ouders als angstig ervaart of wanneer de angst van de ouder lijkt op te komen in reactie op het kind en wanneer de ouder reageert met een fysieke terugtrekking.
Wat heeft hechting met therapie te maken?
Hechting heeft te maken met hoe je contact maakt. En komt dit vooral in de Gestalttherapie aan de orde. In feite zijn we elke sessie bezig met hechting en het creëren van een veilige bodem voor jezelf. Zodat er een basis komt, een innerlijk weten, dat je op jezelf kunt vertrouwen en keuzes mag maken. Ongeacht wat een ander hiervan vindt.
Liefdesrelaties in de volwassenheid vertonen een direct verband met de hechtingsstijl die ontwikkeld is in de babytijd.