Skip to main content
BoosheidFamilieopstellingen

Boosheid in beweging: Van verstikking tot explosie- Een systemische invalshoek.

Boosheid is een krachtig, natuurlijk gevoel. In zijn pure vorm is boosheid een signaal: er wordt een grens overschreden, er is onrecht, of er is iets nodig wat ontbreekt

Toch zijn veel mensen opgegroeid met de overtuiging dat boos zijn en boosheid uiten “slecht” is,- iets wat je moet onderdrukken of verbergen. Vooral jonge kinderen leren dit snel, vaak onbewust.

Primair versus secundair.

In de systemische therapie maken we onderscheid tussen primaire en secundaire boosheid.

  • Primaire boosheid is zuiver en gepast. Het is een directe, eerlijke reactie op wat er hier en nu gebeurt. Denk aan een kind dat huilt of zich boos uit als iemand zijn speelgoed afpakt.
  • Secundaire boosheid ontstaat als de oorspronkelijke emotie ( bijvoorbeeld verdriet, angst of kwetsbaarheid) niet mocht worden gevoeld of geuit mocht worden. Die weggestopte emotie zoekt dan een uitweg- vaak in de vorm van plotselinge, heftige woede. Het “ontploffen”.

Het jonge kind dat niet boos mocht zijn.

Stel je voor: een jong kind dat zijn boosheid toont, wordt telkens gecorrigeerd, genegeerd of zelfs gestraft. “Doe normaal”.  “Stel je niet aan”. “Jij bent zo moeilijk”. Dit kind leert dat boosheid gevaarlijk is- iets waarmee je liefde, veiligheid of verbinding verliest. Het moet kiezen tussen verbinding of authenticiteit. Wat gebeurt er dan?

Boosheid wordt ingeslikt, het kind past zich aan. En kiest voor de verbinding met de ouders omdat het afhankelijk is. Maar de energie van die weggedrukte boosheid verdwijnt niet; die zet zich vast in het lichaam, in het zenuwstelsel. Vaak gaat dit gepaard met schaamte of angst om afgewezen te worden.

De volwassene die nu ontploft.

Jaren later is dat kind een volwassene geworden. Iemand die zichzelf misschien ziet als “redelijk” of “rustig” maar die af en toe ineens ontploft- op het werk, in het verkeer, of thuis bij de kinderen. Soms zo heftig dat hij of zij zich er achteraf voor schaamt, of bang wordt van eigen gedrag.

Wat is het verband?

Vanuit systemisch perspectief zeggen we: het verleden leeft in het heden. De boosheid van het jonge kind is nooit echt gevoeld of verwerkt- en komt die, als een veer onder spanning, als nog omhoog. Vaak niet gericht op de juiste persoon of situatie en vaak te laat. De boosheid is dan niet van nu, maar van lang geleden.

Boosheid is ook verbonden, systemisch gezien, aan de positie die iemand innam in het gezin van herkomst. Wat je het kind dat de vrede moest bewaren? Of moest je je ouders beschermen tegen hun eigen pijn? Boosheid wordt dan een risico, iets wat je rol of positie bedreigde.

Van reactief naar bewust.

Herstel begint bij herkenning en erkenning: dat je boos bent om iets ouds, iets wat nog niet gezien is. En dat die boosheid ergens recht op heeft. Als je als volwassene leert om die energie te dragen, zonder te hoeven ontploffen of jezelf te verliezen, komt er ruimte voor kracht, helderheid en veiligheid.

Tot slot, boosheid is niet het probleem. Het is een boodschap. Hoe je ermee omgaat, bepaalt of die energie schade aanricht of juist heling brengt.

Deze oefening kun je thuis doen.

Boosheid in Beweging

Deze oefening helpt je om contact te maken met je boosheid en te onderzoeken of het om primaire
of secundaire boosheid gaat.
1. Ga rustig zitten en sluit je ogen. Haal een paar keer diep adem.
2. Breng een situatie in gedachten waarin je onlangs boos werd.
3. Stel jezelf de volgende vragen:
– Wat voelde ik lichamelijk op dat moment?
– Waar in mijn lichaam zat die boosheid?
– Was deze boosheid helder en passend bij de situatie (primair)?
– Of voelde het als een herhaling, overdreven, vermijdend of bitter (secundair)?
4. Wat zou er onder de boosheid kunnen liggen? (Verdriet, angst, gemis?)
5. Als je voelt dat de boosheid niet helemaal van jou is — van wie zou deze kunnen zijn?
Noteer je inzichten in een dagboek of bespreek ze met een therapeut of coach.
Tip: Probeer niet te oordelen over wat je voelt. Alles wat opkomt, mag er zijn.